Merel, partner van transvrouw Eva
“Ik was zwanger van onze tweede toen bij haar de transgenderwens heel sterk werd. We spraken er wel samen over, ook toen ze voor gesprekken naar het VU ging. Maar onbewust heb ik lang gedacht dat haar transitie nooit goedgekeurd zou worden. Het kan toch niet dat je pas op zo late leeftijd ontdekt dat het niet klopt? Ik dacht dat ze zich er toch als kind al van bewust had moeten zijn als ze echt transgender was.
Binnen een maand nadat onze dochter geboren is, kreeg Eva het ‘ja’ van het VU. Toen ben ik ingestort. Ik had er zo op gerekend dat ze nooit een ‘ja’ zou krijgen. Ik vond het moeilijk hoe het met ons gezin zou gaan. Dat Eva en ik het samen zouden redden, vertrouwde ik wel. Maar ik maakte me zorgen: gaan we gediscrimineerd worden als stel? Mogen vriendjes en vriendinnetjes van de kinderen straks nog komen spelen als hun ouders het weten? Het was een verdedigingsmechanisme: ik werd er letterlijk ziek van.
We hebben samen de tijd genomen, dat heeft mij geholpen. Je hoeft niet meteen weg te rennen, realiseerde ik me, je kunt het de tijd gunnen om te ontdekken wat er overblijft. Ik hoorde verhalen over een transvrouw die alleen maar met zichzelf bezig was en geen aandacht had voor de vrouw en het gezin. Het is belangrijk om te blijven praten, niet alleen over de transgender en haar transitie, maar ook over wat het met jou als partner doet: dat je de tijd vraagt die jij nodig hebt om aan dingen te wennen. Eva heeft nooit de wens gehad om alles in de steek te laten om een nieuw leven te beginnen. Zij heeft altijd rekening gehouden met mij.
Eva en ik vullen elkaar goed aan, vroeger al en nog steeds. Toen we allebei op kamers woonden had ik een workmate en een boormachine en had zij een strijkplank op haar kamer, met een mouwenplankje! Eva had een vrouwenberoep, was altijd al heel huishoudelijk. En ik ben veel nonchalanter, zoals mannen. Misschien helpt het wel dat ik niet zo vrouwelijk ben. Als de man altijd buitenshuis werkte en kluste en zich dan als vrouw ineens met de zaken binnenshuis gaat bemoeien, kan ik me voorstellen dat je sneller het gevoel hebt dat je partner op jouw terrein komt. Bij ons was de taakverdeling altijd al andersom. Toen Eva nog een praktijk had als schoonheidsspecialiste, zeiden collega’s: ‘O, wat lijkt me dat lekker: dan kun je je gezicht lekker laten verwennen!’ Maar ik maakte er eigenlijk nooit gebruik van. Alleen met de carnaval mag Eva mij schminken.”