Nu mijn man mijn vrouw wordt, ben ik niet langer de vrouw in onze relatie. Ik ben niet langer de sterke vrouw naast een man, niet een klein vrouwtje naast een man. Ik ben niet langer de enige vrouw in deze relatie. Wat is mijn rol nu? Wat betekent dat voor wie ik ben? In de diepste laag van mijn onderbewuste zit er een soort rustige zekerheid dat alles klopt zolang je een man aan je zijde hebt. En al heeft de praktijk de afgelopen jaren heel anders gewerkt, nu die prins op het witte paard mij in de steek laat, voel ik me ontheemd.
Ja, natuurlijk ken ik sprookjes en weet ik dat de realiteit daar mijlenver van af staat. Ik dacht dat ik daar wel vrij mee omging, mijn eigen keuzes maakte. Was ik in onze relatie niet al jaren de kostwinner? Was mijn lief niet al jaren aan het tobben over zijn leven en ik zijn steun en toeverlaat? Ik was degene die zorgde voor stabiliteit en rust, terwijl mijn lief probeerde om vrede te sluiten met een leven waarin hij alsmaar niet leek te passen. Van baantje naar baantje hoppend, ongelukkig, lukte het hem niet om een werkomgeving te vinden waarin hij zichzelf kon ontplooien. (Hoe kan het ook als je je al niet kunt ontplooien in je gewone zijn? Maar ja, dat wisten we toen nog niet.)
Maar ook al is mijn geliefde nooit kostwinner geweest, nooit degene die mij beschermde tegen de boze buitenwereld, ineens voel ik me naakt, nu mijn prins een prinses op het witte paard blijkt te zijn. Blijkbaar gaf het feit dat ik een man had mij een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Nee, dat ligt niet aan haar. Dat ligt zelfs niet aan mij. Dat zijn de oude patronen die de cultuur aan ons beiden heeft geleerd.
Er is geen betere manier om die patronen te leren kennen en ontdekken die zo diep in je begraven liggen dat je van het bestaan niet afwist. Er is geen betere spiegel voor de verwachtingen die ik had van mezelf, van mijn relatie, van hoe ik in het leven sta. Als ik ooit een kans krijg om mijzelf te ontwikkelen los van mijn vrouw-zijn, dan is het nu.
Maar het voelt wel eng.